5:00
Il verbo vivere
47
Studia
Ripassa
Vivo negli Stati Uniti
Ik
woon
in
de
Verenigde
Staten
Vivi in Svezia
singolare, una persona
Jij
woont
in
Zweden
Vive in Croazia
Hij
woont
in
Kroatië
Vive in Canada
Zij
woont
in
Canada
Viviamo in Europa
Wij
wonen
in
Europa
Vivono in Uruguay
Zij
wonen
in
Uruguay
Vivete in Brasile
plurale, più persone
Jullie
wonen
in
Brazilië
Sto vivendo in Francia
Ik
woon
in
Frankrijk
Stai vivendo in Germania
singolare, una persona
Jij
woont
in
Duitsland
Sta vivendo in Slovacchia
Hij
woont
in
Slowakije
Sta vivendo in Giappone
Zij
woont
in
Japan
Stiamo vivendo in Cina
Wij
wonen
in
China
Stanno vivendo in Grecia
Zij
wonen
in
Griekenland
State vivendo in Turchia
plurale, più persone
Jullie
wonen
in
Turkije
Non vivo in Italia
Ik
woon
niet
in
Italië
Non vivi in Portogallo
singolare, una persona
Jij
woont
niet
in
Portugal
Non vive in Spagna
Hij
woont
niet
in
Spanje
Non vive in Russia
Zij
woont
niet
in
Rusland
Non vive in casa
Het
woont
niet
in
het
huis
Non viviamo lì
Wij
wonen
daar
niet
Non vivono in una casa
Zij
wonen
niet
in
een
huis
Non vivete in un castello
plurale, più persone
Jullie
wonen
niet
in
een
kasteel
Ho vissuto in una casa
Ik
woonde
in
een
huis
Hai vissuto in un appartamento
singolare, una persona
Jij
woonde
in
een
appartement
Ha vissuto da solo
Hij
woonde
alleen
Ha vissuto con i suoi genitori
Zij
woonde
bij
haar
ouders
Abbiamo vissuto insieme
Wij
woonden
samen
Hanno vissuto con i loro genitori
Zij
woonden
bij
hun
ouders
Avete vissuto con i vostri fratelli
plurale, più persone
Jullie
woonden
bij
je
broers
en
zussen
Non ho vissuto lì
Ik
heb
daar
niet
gewoond
Non hai vissuto in un castello
singolare, una persona
Jij
hebt
niet
in
een
kasteel
gewoond
Non ha vissuto con i suoi genitori
Hij
heeft
niet
bij
zijn
ouders
gewoond
Non ha vissuto con i suoi fratelli
Zij
heeft
niet
bij
haar
broers
gewoond
Non abbiamo vissuto insieme
Wij
hebben
niet
samen
gewoond
Non hanno vissuto in Svezia
Zij
hebben
niet
in
Zweden
gewoond
Non avete vissuto su una barca
plurale, più persone
Jullie
hebben
niet
op
een
boot
gewoond
Vivi in Australia?
singolare, una persona
Woon
jij
in
Australië?
Vive in Nord America?
Woont
hij
in
Noord-Amerika?
Vive in Asia?
Woont
zij
in
Azië?
Vive in Sud America?
Woont
het
in
Zuid-Amerika?
Vivono in Africa?
Wonen
zij
in
Afrika?
Vivete in Europa?
plurale, più persone
Wonen
jullie
in
Europa?
Hai vissuto qui?
singolare, una persona
Heb
jij
hier
gewoond?
Ha vissuto con te?
singolare, una persona
Heeft
hij
bij
jou
gewoond?
Ha vissuto con il suo ragazzo?
Heeft
zij
bij
haar
vriend
gewoond?
Hanno vissuto qui?
Hebben
zij
daar
gewoond?
Avete vissuto in un appartamento?
plurale, più persone
Hebben
jullie
in
een
appartement
gewoond?
Studia
Tutte
Studia tutti i tipi di lezione
Traduci
olandese - italiano
Traduci
italiano - olandese
Ascolta
Ascolta e scegli la frase corretta in olandese
Ascolta
Ascolta e scegli la frase corretta in italiano
Componi
Metti le parole o le lettere nell'ordine corretto
Cambia
Scopri quale parola è stata sostituita
Completa
Inserisci la parola mancante nella frase
Reset progress
Studia
Punteggi
Account
Plus