5:00
Read
54
Study
Review
I read books
present tense
Ik
lees
boeken
You read a lot
singular, one person, present tense
Jij
leest
veel
He reads magazines
Hij
leest
tijdschriften
She reads comic books
Zij
leest
stripboeken
We read everything
present tense
Wij
lezen
alles
They read well
present tense
Zij
lezen
goed
You read the letters
plural, several people, present tense
Jullie
lezen
de
brieven
I am reading a book
Ik
lees
een
boek
You are reading a magazine
singular, one person
Jij
leest
een
tijdschrift
He is reading a comic book
Hij
leest
een
stripboek
She is reading messages
Zij
leest
berichten
We are reading
Wij
lezen
They are reading
Zij
lezen
You are reading
plural, several people
Jullie
lezen
I don’t read English
Ik
lees
geen
Engels
You don’t read French
singular, one person
Jij
leest
geen
Frans
He doesn’t read German
Hij
leest
geen
Duits
She doesn’t read Italian
Zij
leest
geen
Italiaans
We don’t read Korean
Wij
lezen
geen
Koreaans
They don’t read Japanese
Zij
lezen
geen
Japans
You don’t read Chinese
plural, several people
Jullie
lezen
geen
Chinees
I am not reading her message
Ik
lees
haar
bericht
niet
You aren't reading my updates
singular, one person
Jij
leest
mijn
updates
niet
He isn't reading my posts
Hij
leest
mijn
berichten
niet
She isn't reading her books
Zij
leest
haar
boeken
niet
We aren't reading our mail
Wij
lezen
onze
post
niet
They aren't reading their mail
Zij
lezen
hun
post
niet
You aren't reading
plural, several people
Jullie
lezen
niet
I read all my messages already
past tense
Ik
heb
al
mijn
berichten
al
gelezen
You read it yesterday
singular, one person
Jij
las
het
gisteren
He read it several years ago
Hij
las
het
een
aantal
jaren
geleden
She read her messages an hour ago
Zij
las
haar
berichten
een
uur
geleden
We read that book last summer
Wij
lazen
dat
boek
afgelopen
zomer
They read it last week
Zij
lazen
het
vorige
week
You read it last semester
plural, several people
Jullie
lazen
het
vorig
semester
I didn’t read that
Ik
heb
dat
niet
gelezen
You didn’t read my updates
singular, one person
Jij
hebt
mijn
updates
niet
gelezen
He didn’t read the beginning
Hij
heeft
het
begin
niet
gelezen
She didn’t read his posts
Zij
heeft
zijn
berichten
niet
gelezen
We didn’t read it yet
Wij
hebben
het
nog
niet
gelezen
They didn’t read both books
Zij
hebben
beide
boeken
niet
gelezen
You didn’t read all of it
plural, several people
Jullie
hebben
het
niet
helemaal
gelezen
Do you read my messages?
singular, one person
Lees
jij
mijn
berichten?
Does he read a lot of books?
Leest
hij
veel
boeken?
Does she read anything?
Leest
zij
iets?
Do we read today?
Lezen
wij
vandaag?
Do they read everything?
Lezen
zij
alles?
Do you read that?
plural, several people
Lezen
jullie
dat?
Did you read the article?
singular, one person
Heb
jij
het
artikel
gelezen?
Did he read the newspaper?
Heeft
hij
de
krant
gelezen?
Did she read my letter?
Heeft
zij
mijn
brief
gelezen?
Did we read the updates?
Hebben
wij
de
updates
gelezen?
Did they read the message?
Hebben
zij
het
bericht
gelezen?
Did you read the mail?
plural, several people
Hebben
jullie
de
post
gelezen?
Study
All
Study all lesson types
Translate
Translate from Dutch to English
Translate
Translate from English to Dutch
Listen
Listen and choose the correct Dutch sentence
Listen
Listen and choose the correct English sentence
Build
Put the words or letters in the right order
Switch
Find out which word has been replaced
Blank
Fill in the missing word in the sentence
Reset progress
Study
Leaderboard
Account
Plus