5:00
Geven
55
Leren
Herhalen
Ik geef je bloemen
enkelvoud, één persoon
Dávam
ti
kvety
Jij geeft mij een cadeau
enkelvoud, één persoon
Dávaš
mi
darček
Hij geeft zijn telefoonnummer
Dáva
svoje
telefónne
číslo
Zij geeft hem een kans
Dáva
mu
šancu
Wij geven ons woord
Dávame
svoje
slovo
Zij geven het weg
Dávajú
to
preč
Jullie geven hem alles
meervoud, meerdere mensen
Dávate
mu
všetko
Ik geef op
Vzdávam
to
Jij geeft het aan hem
enkelvoud, één persoon
Dávaš
mu
to
Hij geeft dit aan mij
Dáva
mi
toto
Zij geeft het terug
Vracia
to
Wij geven jullie geld
meervoud, meerdere mensen
Dávame
vám
peniaze
Zij geven jullie een auto
meervoud, meerdere mensen
Dávajú
vám
auto
Jullie geven hun stoelen
meervoud, meerdere mensen
Dávate
im
miesta
Ik geef niets
Nedávam
nič
Jij geeft niet veel
enkelvoud, één persoon
Nedávaš
veľa
Hij geeft haar geen bloemen
Nedáva
jej
kvety
Zij geeft hem geen tijd
Nedáva
mu
čas
Wij geven geen kansen meer
Nedávame
viac
šancí
Zij geven mij dat niet
Nedávajú
mi
to
Jullie geven niet op
meervoud, meerdere mensen
Nevzdávate
sa
Ik geef het jou niet
enkelvoud, één persoon
Nedávam
ti
to
Jij geeft het hem niet
enkelvoud, één persoon
Nedávaš
mu
to
Hij geeft het haar niet
Nedáva
jej
to
Zij geeft het hen niet
Nedáva
im
to
Wij geven het haar niet
Nedávame
jej
to
Zij geven het mij niet
Nedávajú
mi
to
Jullie geven het hen niet
meervoud, meerdere mensen
Nedávate
im
to
Ik gaf je mijn woord
enkelvoud, één persoon
Dal
som
ti
svoje
slovo
Jij gaf hem een munt
enkelvoud, één persoon
Dal
si
mu
mincu
Hij gaf mij een pen
Dal
mi
pero
Zij gaf haar hart aan hem
Dala
mu
svoje
srdce
Wij gaven het beste van onszelf
Vydali
sme
zo
seba
maximum
Zij gaven hen bloemen
Dali
im
kvety
Jullie gaven hen geld
meervoud, meerdere mensen
Dali
ste
im
peniaze
Ik heb hem geen kans gegeven
Nedal
som
mu
šancu
Jij hebt hun niet genoeg gegeven
enkelvoud, één persoon
Nedal
si
im
dosť
Hij heeft ons geen kaartjes gegeven
Nedal
nám
lístky
Zij heeft haar geen pen gegeven
Nedala
jej
pero
Dat hebben wij hen niet gegeven
Nedali
sme
im
to
Zij hebben mij niet veel gegeven
Veľa
mi
nedali
Jullie hebben niet op opgegeven
meervoud, meerdere mensen
Nevzdali
ste
sa
Geef je me jouw woord?
enkelvoud, één persoon
Dávaš
mi
svoje
slovo?
Geeft hij je een nummer?
enkelvoud, één persoon
Dáva
ti
číslo?
Geeft zij jullie meer tijd?
meervoud, meerdere mensen
Dáva
vám
viac
času?
Geven wij hun nog een kans?
Dáme
im
ďalšiu
šancu?
Geven zij jullie geld?
meervoud, meerdere mensen
Dávajú
vám
peniaze?
Geven jullie aan een goed doel?
meervoud, meerdere mensen
Darúvate
na
charitu?
Heb ik je mijn telefoon gegeven?
enkelvoud, één persoon
Dal
som
ti
svoj
telefón?
Heb jij cadeautjes gegeven?
enkelvoud, één persoon
Daroval
si
nejaké
darčeky?
Heeft hij jullie bloemen gegeven?
meervoud, meerdere mensen
Dal
vám
kvety?
Heeft zij jullie iets gegeven
meervoud, meerdere mensen
Dala
vám
niečo?
Hebben wij hun een uitnodiging gegeven?
Dali
sme
im
pozvánku?
Hebben zij ons het boek gegeven?
Dali
nám
knihu?
Hebben jullie hen de sleutels gegeven?
meervoud, meerdere mensen
Dali
ste
im
kľúče?
Leren
Alle
Leer alle lessen
Vertalen
Vertaal van het Slowaaks naar het Nederlands
Vertalen
Vertaal van het Nederlands naar het Slowaaks
Luisteren
Luister en kies de juiste Slowaaks zin
Luisteren
Luister en kies de juiste Nederlands zin
Bouwen
Zet de letters en woorden in de juiste volgorde
Wisselen
Ontdek welk woord is verwisselt
Blanco
Vul het ontbrekende woord in
Reset progress
Leren
Scorebord
Account
Plus